De Indische buurt is een heerlijke buurt om te wonen. Het is er levendig en het aanbod van winkels en markt is prima. Maar het beeld wisselt wel per straat en per persoon.
Vuilnis op straat bijvoorbeeld is in de ene straat veel erger dan in de andere. Waar het Javaplein en de Balistraat er schoon uitzien, is het in de Riouwstraat en de Atjehstraten een bende. Het contrast is opvallend. Deels kun je het wellicht verklaren door de actieve bewoners in de Balistraat, maar we hoorden ook dat de gemeente meer doet op het Javaplein en minder in omliggende straten.
Het plein op de kruising Atjehstraat – Sumatrastraat heeft in de avond en nacht veel overlast van jongeren, aldus bewoners. Niemand lijkt daar meer controle over te hebben. Van jonge vrouwen horen we dat ze groepjes jongeren mijden, ook overdag. Uitgaan doen ze in een andere buurt. Dat is triest.
Net als in de Mercatorpleinbuurt wonen hier bewoners in te kleine woningen zonder perspectief op verbetering. Zo spraken we een vrouw die met haar man en twee kinderen op 49m2 woont. Ze staan al 14 jaar op de wachtlijst voor een grotere woning.
En dan is er nog het fenomeen van een monumentale kijktuin tussen de woonblokken waarin mensen veel te klein zijn gehuisvest. Een prachtige tuin, gemaakt door de grote architect Van der Pek en als kijktuin gehandhaafd. Oftewel, je mag elke dag verlangend een blik in die tuin werpen maar je mag er niet in. Een gestold monument dat zoveel meer zou kunnen betekenen…
Wat beschermen we eigenlijk, de tuin of het verleden?
Namens Amsterdammers. dankt de bewoners in de Indische buurt voor de interessante informatie en leuke gesprekken. Op naar maart 2026!